Gespreksfuncties
U kunt een gesprek tot stand brengen
door de telefoon op de gewone manier
te gebruiken wanneer de
hoofdtelefoon verbonden is met de
telefoon.
Als uw telefoon nummerherhaling bij
de hoofdtelefoon ondersteunt, drukt u
tweemaal op de toets voor
beantwoorden/beëindigen wanneer er
geen gesprek actief is.
Als u met de hoofdtelefoon van uw
telefoon met spraaklabels kunt bellen,
houdt u de toets voor beëindigen/
beantwoorden ingedrukt wanneer er
geen gesprek actief is. Volg de
gebruikershandleiding bij de telefoon
voor de verdere procedure.
U kunt een gesprek aannemen of
beëindigen door op de toets voor
beantwoorden/beëindigen te drukken.
U kunt een oproep afwijzen door
tweemaal op de toets voor
beantwoorden/beëindigen te drukken.
Gebruik de volumetoetsen van de
telefoon als u het volume van de
hoofdtelefoon tijdens een gesprek wilt
aanpassen.
U kunt tijdens een gesprek schakelen
tussen de hoofdtelefoon en een
compatibele telefoon door de toets
voor beantwoorden/beëindigen
ingedrukt te houden.